Installatie- en gebruiksgids voor kogelkleppen

De correcte installatie kan zorgen voor de optimale prestaties van de kogelklep en de normale werking van het leidingsysteem garanderen.

***Voorbereiding voor de installatie van een kogelventil:

1. De voor- en achterpijpleidingen moeten coaxiaal zijn en de afdichtingsoppervlakken van de twee flenzen moeten parallel zijn.anderszins passende ondersteuning moet worden geboden op de pijpleiding.

2De pijpleidingen voor en na de klep moeten worden schoongemaakt, olievlekken, lasschroot en alle andere onzuiverheden uit de pijpleiding verwijderd.

3. Controleer de markeringen van de kogelklep om ervoor te zorgen dat deze intact en ongeschonden is.

4Verwijder de beschermende onderdelen van de verbindingsflenssen aan beide uiteinden van de kogelventil.

5Controleer het klepgat om eventuele vuil te verwijderen en maak het dan schoon.Zelfs kleine deeltjes vreemde stoffen tussen de klepstoel en de bal kunnen het afdichtingsoppervlak van de klepstoel beschadigen.

***Installatie van een kogelventil:

1. Installeer de kogelklep op de pijpleiding, en elk uiteinde van de kogelklep kan worden geïnstalleerd op het bovenste uiteinde. De kogelklep aangedreven door een handvat kan op elke plaats op de pijpleiding worden geïnstalleerd.Maar met een versnellingsbak of een pneumatisch kogelventil, moet het rechtop, d.w.z. op een horizontale pijpleiding, worden geïnstalleerd en moet de aandrijfinrichting boven de pijpleiding zijn geplaatst.

2Installeer een afdichtingspakking tussen de klepflens en de pijpleidingflens overeenkomstig de eisen van het ontwerp van de pijpleiding.

3De bouten moeten symmetrisch, geleidelijk en gelijkmatig worden gespannen.

4. Verbind pneumatische leidingen (bij gebruik van pneumatische aandrijvingen).

***Gebruik van kogelkleppen:

1Het is noodzakelijk om te bevestigen dat de druk in de aan- en afstroomleidingen van de kogelklep is verlaagd alvorens met de demontage- en montagewerkzaamheden te beginnen.

2Niet-metalen onderdelen dienen onmiddellijk na het reinigen uit het reinigingsmiddel te worden verwijderd en mogen niet lang in de waterlaag worden gedrenkt.

3De bouten op de flenst moeten tijdens de montage symmetrisch, geleidelijk en gelijkmatig worden gespannen.

4. Het reinigingsmiddel moet compatibel zijn met de rubberen, plastic, metalen en werkmedium (zoals gas) in de kogelventil.benzine (GB484-89) kan worden gebruikt voor het reinigen van metalen onderdelenNiet-metalen onderdelen moeten worden gereinigd met gezuiverd water of alcohol.

5. Elk afzonderlijk onderdeel van de kogelklep dat is ontmanteld, kan worden gereinigd door onderdompeling.Metalen onderdelen die nog niet zijn ontbonden, kunnen worden gereinigd met een schoon en fijn zijde doek dat in een reinigingsmiddel is gedrenkt (om te voorkomen dat vezels afvallen en aan de onderdelen hechten)Tijdens het reinigen moet alle vet, vuil, lijm, stof en andere stoffen die aan het wandoppervlak kleven, worden verwijderd.

6Bij het ontmantelen en opnieuw monteren van kogelkleppen moet worden gezorgd voor schade aan de afdichtingsoppervlakken van de onderdelen, met name niet-metalen onderdelen.Bij het verwijderen van de O-ring moeten speciale gereedschappen worden gebruikt..

7Na het schoonmaken is het noodzakelijk om te wachten tot het wandreinigingsmiddel verdampt (dat kan worden afgedroogd met een zijden doek dat niet in het reinigingsmiddel is gedrenkt) voordat het wordt gemonteerd.Maar het mag niet lang blijven liggen., anders zal het roesten en door stof verontreinigd raken.

8Nieuwe onderdelen moeten ook grondig worden gereinigd voordat ze worden gemonteerd.

9. smeer met vet. smeervet moet compatibel zijn met het metalen materiaal, rubberen onderdelen, kunststof onderdelen en het werkmedium van het kogelventil.speciale smeervet 221 kan worden gebruiktEen dunne laag vet op de oppervlakte van de afdichting, een dunne laag vet op de rubberen afdichting,en een dunne laag vet op de afdichtings- en wrijvingsoppervlakken van de klepstam.